Dagelijkse gesprekken aan de ontbijttafel in VR
Na het succes van de VR-game die patiënten met afasie helpt hun communicatie- en taalvaardigheden te verbeteren door boodschappen te doen op de markt, heeft een nieuwe groep HBO-ICT-studenten een nieuwe game ontwikkeld: "Ontbijttafel gesprek".
Het doel van deze game is om patiënten te helpen zich comfortabel te voelen in dagelijkse conversaties.
In de game zit je aan de ontbijttafel met een character die je uitnodigt voor een gesprek over dagelijkse bezigheden, zoals wat je van plan bent te doen voor de dag en hoe het weer eruit ziet. Dit biedt patiënten de mogelijkheid om hun communicatie- en taalvaardigheden te oefenen en te verbeteren in een vertrouwde en alledaagse omgeving.
Tijdens het gesprek vraagt de character ook wat je op brood wil en wat je wilt drinken. Hierdoor kunnen patiënten hun taal- en spraakvaardigheden verbeteren door te oefenen met het stellen en beantwoorden van vragen over eten en drinken, wat belangrijke en relevante onderwerpen zijn in het dagelijks leven.
De game bevat verschillende moeilijkheidsgraden, zodat patiënten geleidelijk aan hun vaardigheden kunnen verbeteren. Dit geeft patiënten het vertrouwen en de motivatie om te blijven oefenen en vooruitgang te boeken. Net als bij de markt game kunnen therapeuten de voortgang van patiënten bijhouden en de game aanpassen aan de specifieke behoeften van elke patiënt. Dit kan de effectiviteit van de therapie vergroten en patiënten helpen sneller te herstellen.
Deze VR-game kan een waardevol hulpmiddel zijn bij de behandeling van afasiepatiënten. Door patiënten te helpen bij het opbouwen van hun zelfvertrouwen en het verbeteren van hun communicatie- en taalvaardigheden, kunnen ze hun dagelijkse activiteiten beter beheersen en een betere kwaliteit van leven ervaren.
De "Ontbijttafel gesprek" VR-game biedt ook voordelen ten opzichte van traditionele spraak- en taaltherapieën. Door patiënten een realistische en interactieve omgeving te bieden om te oefenen, is de verwachting dat ze effectiever leren communiceren en hun taalvaardigheden verbeteren. Bovendien kunnen ze dit doen zonder angst voor het maken van fouten, wat kan bijdragen aan het zelfvertrouwen en de motivatie van de patiënt.